Een kunstwedstrijd met een hoofdprijs van 400 euro
We hebben een mooi passend ontwerp nodig voor posters, programma’s, een logo etc.
Daarom een oproep aan allen die dit lezen om via beeldende kunst, iets te creëren rondom het KUNO verhaal. Dat wordt door de organisatie zeer serieus genomen en de prijs voor de beste inzending wordt dan ook beloond met 400 euro. Waar gaat het om? De legende van KUNO bevat genoeg aanknopingspunten om te schilderen, te tekenen, te boetseren en zeker ook een digitaal kunstwerk is mogelijk. Alle inzendingen worden gejureerd door een professionele jury. Die jury let er daarbij vooral op of het kunstwerk te gebruiken is voor het maken van een poster en of een logo voor het festival. Hoe pak je zoiets aan?
Belangrijk is dat u het verhaal van KUNO kent. De sfeer van de vroege middeleeuwen, het ridderleven, de liefde voor Aldegonde, en natuurlijk de omgeving van Voerendaal waar hij leefde. Voor wie het verhaal nog niet kent, het is hier te vinden. Lees het verhaal en ga aan de slag. Teken, schilder, boetseer of ontwerp per computer. Daarvoor heeft u drie maanden de tijd. Als het klaar is hoeft u het kunstwerk niet te brengen of op te sturen, maar maakt u er een digitale foto(serie) van en die stuurt u op naar ridderkuno@gmail.com Geef daarbij ook een beschrijving van het kunstwerk. De sluitingsdatum is 15 juli 2012. Dan gaat de jury aan de slag en maakt een eerste selectie via de foto's. U krijgt vanzelf dan een mail als we het kunstwerk nader willen bekijken. We hebben voor deze kunstwedstrijd een jury die bestaat uit drie personen. Jeroen Storm uit Voerendaal, die specialist is op het gebied van multimediadesign en daarvoor een eigen bedrijf "Stormadvies"runt. Eveneens uit Voerendaal en gespecialiseerd in 3d animaties en webdesign is Raymond Moonen. Hij heeft een website Rainman.nl, die de moeite waard is om te bekijken. Last but not least is er beeldend kunstenaar Janine van Rennes afkomstig uit Walem. Samen vormen ze een deskundig team met oog voor een breed kunstterrein. Pastoor Brouwers heeft beloofd dat we de torenkamer van de Laurentiuskerk mogen gebruiken als tentoonstellingsruimte als er voldoende kunst te bezien is. Als er geen vragen meer zijn kunt u nu aan de slag. En zijn er toch vragen dan stel ze gerust via ridderkuno@gmail.com
vrijdag 13 april 2012
Programma Openingsconcert
Madrigalchor Aachen onder leiding van Hans Leenders dirigent/organist
Voerendaal Laurentiuskerk
Zondagmiddag 6 mei 15.00u - 16.00 u
Toegang vrij
koor
Heinrich Schütz (1585-1672): Magnificat (8-stimmig): Die mit Tränen säen
Johann Hermann Schein(1586-1672):Da Jakob vollendet hatte
Johann Christoph Bach(1586-1672): Lieber Herr Gott, wecke uns auf
Johann Schelle (1648-1701):Christus ist des Gesetzes Ende
orgel
Johan Pieterszoon Sweelinck(1562-1621): Echo-fantasie
Johann Jakob Froberger(1616-1667): Capriccio
Georg Muffat(1653-1704): Toccata septima
koor
Johann Gottfried Schicht(1753-1823):Kommt herzu, lasset uns dem Herrn frohlocken
Johann Sebastian Bach(1685-1750):Lobet den Herrn, alle Heiden Motette (BWV 230)
Programmatoelichting
Het koor presenteert een selectie van barokmuziek uit midden-Duitsland. De regio Thüringen en Saksen met als muzikaal centrum de Thomaskirche in Leipzig was in de 17e en 18e eeuw een groot aantal uitstekende componisten rijk, waarvan Johann Sebastian Bach slechts de bekendste is.
Heinrich Schütz was door zijn studies en reizen in het buitenland de meest kosmopolitische van de componisten op het programma. Drie jaar studeerde hij bij Giovanni Gabrieli in Italië en bracht veel muzikale ideeën mee terug. Zowel hij als Johann Hermann Schein brachten innovaties van de Italiaanse genres madrigal, monodie en concert mee naar de Lutherse kerkmuziek. Zij ontwikkelden grote expressiviteit in hun omgang met Bijbelse teksten: affectieve woorden als tranen, geweld of vreugde worden muzikaal afgebeeld, tekst en muziek worden een eenheid.
Dezelfde liefde voor de omgang met woorden is bij Johann Christoph Bach te horen. Hij was misschien de belangrijkste musicus uit de Bach-familie vóór Johann Sebastian. Hij was organist en klavecinist in Eisenach; waarschijnlijk heeft zijn jonge neef hem daar vaak gehoord. Later voerde hij Johann Christophs motetten in Leipzig uit.
In dezelfde traditie staat het dubbelkorige motet “Christus ist des Gesetzes Ende van Johann Schelle. Schelle zong al met zeven jaar als koorknaap onder Heinrich Schütz. Vanaf 1677 tot zijn dood was hij – net als Schein voor hem en J.S. Bach na hem – Thomaskantor in Leipzig.
Ook de orgelmuziek van Sweelinck, Froberger en Muffat zou zonder invloed uit Italië niet denkbaar zijn. De namen van instrumentele genres als ricercar, toccata, fantasia en capriccio duiden al hun Italiaanse oorsprong aan. Sweelincks Echo-fantasias doen met hun ruimtelijke effect zelfs denken aan de Venetiaanse traditie van koren die vanuit verschillende uiteinden van de kerk zongen.
De orgelmuziek van Frescobaldi-leerling Froberger en van Georg Muffat staat in de Zuid-Duitse traditie. In tegenstelling tot de Noord-Duitse traditie (b.v. Buxtehude) is hier de Italiaanse invloed bijzonder duidelijk; o.a. speelt het pedaal een veel kleinere rol.
Met Johann Gottfried Schicht keren we terug naar Leipzig. De tijden waren echter veranderd: Schicht werkte een groot deel van zijn leven niet aan een hof of voor de kerk, maar als dirigent van het Gewandhausorchester – een openbaar orkest. Later werd hij echter een late opvolger van Johann Sebastian Bach als Thomaskantor. Hij hield deze positie tot aan zijn dood in 1823.
Met “Lobet den Herrn alle Heiden” komen we tot de bekendste Thomaskantor, Johann Sebastian Bach. Het motet verschilt echter in opbouw en bronmateriaal van Bachs andere motetten; daarom wordt soms vermoed, dat het stuk niet van Bach zelf maar van een componist uit zijn omgeving is. De grote drieklankfiguren van het begin en de talrijke virtuoze passages maken er in ieder geval een vreugdevolle lofzang van.
Christine Moraal
Meer over het Madrigalchor Aachen en Hans Leenders vindt u hier
Voerendaal Laurentiuskerk
Zondagmiddag 6 mei 15.00u - 16.00 u
Toegang vrij
koor
Heinrich Schütz (1585-1672): Magnificat (8-stimmig): Die mit Tränen säen
Johann Hermann Schein(1586-1672):Da Jakob vollendet hatte
Johann Christoph Bach(1586-1672): Lieber Herr Gott, wecke uns auf
Johann Schelle (1648-1701):Christus ist des Gesetzes Ende
orgel
Johan Pieterszoon Sweelinck(1562-1621): Echo-fantasie
Johann Jakob Froberger(1616-1667): Capriccio
Georg Muffat(1653-1704): Toccata septima
koor
Johann Gottfried Schicht(1753-1823):Kommt herzu, lasset uns dem Herrn frohlocken
Johann Sebastian Bach(1685-1750):Lobet den Herrn, alle Heiden Motette (BWV 230)
Programmatoelichting
Het koor presenteert een selectie van barokmuziek uit midden-Duitsland. De regio Thüringen en Saksen met als muzikaal centrum de Thomaskirche in Leipzig was in de 17e en 18e eeuw een groot aantal uitstekende componisten rijk, waarvan Johann Sebastian Bach slechts de bekendste is.
Heinrich Schütz was door zijn studies en reizen in het buitenland de meest kosmopolitische van de componisten op het programma. Drie jaar studeerde hij bij Giovanni Gabrieli in Italië en bracht veel muzikale ideeën mee terug. Zowel hij als Johann Hermann Schein brachten innovaties van de Italiaanse genres madrigal, monodie en concert mee naar de Lutherse kerkmuziek. Zij ontwikkelden grote expressiviteit in hun omgang met Bijbelse teksten: affectieve woorden als tranen, geweld of vreugde worden muzikaal afgebeeld, tekst en muziek worden een eenheid.
Dezelfde liefde voor de omgang met woorden is bij Johann Christoph Bach te horen. Hij was misschien de belangrijkste musicus uit de Bach-familie vóór Johann Sebastian. Hij was organist en klavecinist in Eisenach; waarschijnlijk heeft zijn jonge neef hem daar vaak gehoord. Later voerde hij Johann Christophs motetten in Leipzig uit.
In dezelfde traditie staat het dubbelkorige motet “Christus ist des Gesetzes Ende van Johann Schelle. Schelle zong al met zeven jaar als koorknaap onder Heinrich Schütz. Vanaf 1677 tot zijn dood was hij – net als Schein voor hem en J.S. Bach na hem – Thomaskantor in Leipzig.
Ook de orgelmuziek van Sweelinck, Froberger en Muffat zou zonder invloed uit Italië niet denkbaar zijn. De namen van instrumentele genres als ricercar, toccata, fantasia en capriccio duiden al hun Italiaanse oorsprong aan. Sweelincks Echo-fantasias doen met hun ruimtelijke effect zelfs denken aan de Venetiaanse traditie van koren die vanuit verschillende uiteinden van de kerk zongen.
De orgelmuziek van Frescobaldi-leerling Froberger en van Georg Muffat staat in de Zuid-Duitse traditie. In tegenstelling tot de Noord-Duitse traditie (b.v. Buxtehude) is hier de Italiaanse invloed bijzonder duidelijk; o.a. speelt het pedaal een veel kleinere rol.
Met Johann Gottfried Schicht keren we terug naar Leipzig. De tijden waren echter veranderd: Schicht werkte een groot deel van zijn leven niet aan een hof of voor de kerk, maar als dirigent van het Gewandhausorchester – een openbaar orkest. Later werd hij echter een late opvolger van Johann Sebastian Bach als Thomaskantor. Hij hield deze positie tot aan zijn dood in 1823.
Met “Lobet den Herrn alle Heiden” komen we tot de bekendste Thomaskantor, Johann Sebastian Bach. Het motet verschilt echter in opbouw en bronmateriaal van Bachs andere motetten; daarom wordt soms vermoed, dat het stuk niet van Bach zelf maar van een componist uit zijn omgeving is. De grote drieklankfiguren van het begin en de talrijke virtuoze passages maken er in ieder geval een vreugdevolle lofzang van.
Christine Moraal
Meer over het Madrigalchor Aachen en Hans Leenders vindt u hier
Abonneren op:
Posts (Atom)