vrijdag 13 april 2012

Programma Openingsconcert

Madrigalchor Aachen onder leiding van Hans Leenders dirigent/organist
Voerendaal Laurentiuskerk
Zondagmiddag 6 mei 15.00u - 16.00 u
Toegang vrij


koor
Heinrich Schütz (1585-1672): Magnificat (8-stimmig): Die mit Tränen säen
Johann Hermann Schein(1586-1672):Da Jakob vollendet hatte
Johann Christoph Bach(1586-1672): Lieber Herr Gott, wecke uns auf
Johann Schelle (1648-1701):Christus ist des Gesetzes Ende
orgel
Johan Pieterszoon Sweelinck(1562-1621): Echo-fantasie
Johann Jakob Froberger(1616-1667): Capriccio
Georg Muffat(1653-1704): Toccata septima
koor
Johann Gottfried Schicht(1753-1823):Kommt herzu, lasset uns dem Herrn frohlocken
Johann Sebastian Bach(1685-1750):Lobet den Herrn, alle Heiden Motette (BWV 230)


Programmatoelichting
Het koor presenteert een selectie van barokmuziek uit midden-Duitsland. De regio Thüringen en Saksen met als muzikaal centrum de Thomaskirche in Leipzig was in de 17e en 18e eeuw een groot aantal uitstekende componisten rijk, waarvan Johann Sebastian Bach slechts de bekendste is.
Heinrich Schütz was door zijn studies en reizen in het buitenland de meest kosmopolitische van de componisten op het programma. Drie jaar studeerde hij bij Giovanni Gabrieli in Italië en bracht veel muzikale ideeën mee terug. Zowel hij als Johann Hermann Schein brachten innovaties van de Italiaanse genres madrigal, monodie en concert mee naar de Lutherse kerkmuziek. Zij ontwikkelden grote expressiviteit in hun omgang met Bijbelse teksten: affectieve woorden als tranen, geweld of vreugde worden muzikaal afgebeeld, tekst en muziek worden een eenheid.
Dezelfde liefde voor de omgang met woorden is bij Johann Christoph Bach te horen. Hij was misschien de belangrijkste musicus uit de Bach-familie vóór Johann Sebastian. Hij was organist en klavecinist in Eisenach; waarschijnlijk heeft zijn jonge neef hem daar vaak gehoord. Later voerde hij Johann Christophs motetten in Leipzig uit.
In dezelfde traditie staat het dubbelkorige motet “Christus ist des Gesetzes Ende van Johann Schelle. Schelle zong al met zeven jaar als koorknaap onder Heinrich Schütz. Vanaf 1677 tot zijn dood was hij – net als Schein voor hem en J.S. Bach na hem – Thomaskantor in Leipzig.

Ook de orgelmuziek van Sweelinck, Froberger en Muffat zou zonder invloed uit Italië niet denkbaar zijn. De namen van instrumentele genres als ricercar, toccata, fantasia en capriccio duiden al hun Italiaanse oorsprong aan. Sweelincks Echo-fantasias doen met hun ruimtelijke effect zelfs denken aan de Venetiaanse traditie van koren die vanuit verschillende uiteinden van de kerk zongen.
De orgelmuziek van Frescobaldi-leerling Froberger en van Georg Muffat staat in de Zuid-Duitse traditie. In tegenstelling tot de Noord-Duitse traditie (b.v. Buxtehude) is hier de Italiaanse invloed bijzonder duidelijk; o.a. speelt het pedaal een veel kleinere rol.

Met Johann Gottfried Schicht keren we terug naar Leipzig. De tijden waren echter veranderd: Schicht werkte een groot deel van zijn leven niet aan een hof of voor de kerk, maar als dirigent van het Gewandhausorchester – een openbaar orkest. Later werd hij echter een late opvolger van Johann Sebastian Bach als Thomaskantor. Hij hield deze positie tot aan zijn dood in 1823.
Met “Lobet den Herrn alle Heiden” komen we tot de bekendste Thomaskantor, Johann Sebastian Bach. Het motet verschilt echter in opbouw en bronmateriaal van Bachs andere motetten; daarom wordt soms vermoed, dat het stuk niet van Bach zelf maar van een componist uit zijn omgeving is. De grote drieklankfiguren van het begin en de talrijke virtuoze passages maken er in ieder geval een vreugdevolle lofzang van.

Christine Moraal

Meer over het Madrigalchor Aachen en Hans Leenders vindt u hier

Geen opmerkingen:

Een reactie posten